Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar Hizkia zeide tot Jesaja: Het woord des HEEREN, dat gij gesproken hebt, is goed. Ook zeide hij: [32]Zou het niet, naardien vrede en waarheid in mijn dagen wezen zal? 32. Te weten, goed zijn? Of, is het niet [alzo?] Zie gelijke manier van spreken 1 Sam.10:1. Goed is hier genoemd, dat tezamen rechtvaardig en genadig is; rechtvaardig, omdat hij en het land straffen verdiend hadden; genadig, omdat God aan hem en zijn volk, hoewel onwaardig, nog weldadig was.